Zaak: koop oud huis, uitleg van een NVM koopakte

Kopers kopen een oud huis (bouwjaar 1921). Verkopers zijn de zonen van de voormalige bewoonster. Zij hebben��zelf lang niet in het huis hebben gewoond. Zij waarschuwen de kopers voor bouwtechnische gebreken en de noodzaak van achterstallig onderhoud en gehele renovatie.

Artikel 5.1 van de NVM koopakte bepaalt: “De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en verborgen gebreken (…)

Artikel 5.3 van de NVM koopakte bepaalt: “De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woonhuis met erf ondergrond en tuin.”

Artikel 20 van de NVM koopakte bepaalt: “Koper verklaart ermee bekend te zijn dat er ten aanzien van het verkochte, mede gelet op het bouwjaar, achterstallig onderhoud is. Alle kosten die door de koper gemaakt zijn dienen te worden om het verkochte te renoveren, komen geheel voor zijn rekening en risico. Koper vrijwaart verkoper en diens makelaar voor elke aansprakelijkheid m.b.t. voornoemde tekortkomingen.”

Na de koop wordt ontdekt dat de vloerbalken verrot zijn en dat er sprake is van sterke verontreiniging met zware metalen. Koper stelt dat het huis niet de feitelijke eigenschappen bezit die nodig zijn voor een normaal gebruik en begint een procedure.

Rechter: risico van verrotte vloerbalken voor kopers, verontreiniging voor verkopers

 

 

 

Conclusie